Stichting Geo Oss
 
 
 
 
 

CLUBAVONDEN 2015


17 december 2015: Jaarlijkse ledenvergadering + GeoMarktplaats
We staan stil bij het afgelopen jaar: wat ging er goed & wat kan er beter. Wie heeft ideeën om Geo nog beter te laten aansluiten bij de wensen van de mensen? Welke mogelijkheden gaan zich in de toekomst voordoen? Hoe kunnen we daar gebruik van maken om Geo Oss te versterken? Zoals altijd willen brainstormen om zo veel mogelijk ideeën en suggesties uit te proberen.

Na de pauze: GeoMarktplaats. We gaan proberen om de spullen & collecties die dit jaar zijn gekregen via blind uitdelen & ruilen op een zo goed mogelijke manier te verdelen. Ook zal de GeoQuiz 2015­2016 uitgedeeld worden.

Deze avond wordt ook de geoQuiz weer uitgereikt
 
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
 
19 november 2015: Wilco van den Broek: Rondreis west USA
Wilco van den Broek is deze zomer op rondreis door het westen van de USA geweest. Tijdens deze clubavond zal hij vertellen over de geologische aspecten van zijn trip. Over het Coloradoplateau, 1,8 miljard jaar geologie in de Grand Canyon, versteend hout en de fauna van de La Brea teerputten.

Een internationale database waar veel locaties met mineralen gevonden kunnen worden, omdat deze moeilijk en/of vaak niet te vinden zijn. Tevens is er een forum met alle uiteenlopende discussies over mineralen.
 
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
 
15 oktober 2015: Kristian Egberts: Mineralsfoundation
vertelt over de MineralsFoundation, de Website, en de ‘FieldMaps’ (de vindplaatsen). Behalve de ‘theorie’ ook veel ruimte voor de praktijk: Kristian en collega’s van de MF zullen tevens verslag doen in woord en beeld van een aantal MF mineralenexcursies.

Een internationale database waar veel locaties met mineralen gevonden kunnen worden, omdat deze moeilijk en/of vaak niet te vinden zijn. Tevens is er een forum met alle uiteenlopende discussies over mineralen.
 
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
 
17 september 2015: Kees Mak: Mineralen van het Schwarzwald, Kinzigtal
Bijna elk jaar komt Kees wel een keer naar een Geo clubavond voor een interessant verhaal over de mineralenrijkdom van het Schwarzwald. Dit jaar speciaal als voorbereiding op de mineralenexcursie 25 ­ 27 september.

Een setup om mineralen te fotograveren
 
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
 
21 mei 2015: Ton Rovers: Calciet
Het mineraal calciet (ook wel kalkspaat) bestaat voornamelijk uit het zout calciumcarbonaat (CaCO3) en is één van de meest voorkomende mineralen in de aardkorst. Calciumcarbonaat ontstaat doordat oplosbare calciumionen in contact komen met CO2 (koolstofdioxide vormt een carbonaation als er een positief ion in een oplossing zit). Calciumcarbonaat is een slecht oplosbaar zout, waardoor het gevormde CaCO3 neerslaat.

Calciet heeft een Trigonaal kristalstelsel. Een zeer zuivere vorm van calciet wordt ook wel dubbelspaat genoemd vanwege de dubbelbreking van licht in dit mineraal. Het heeft een romboëdrische structuur en wordt soms als romboëdrische prisma's gevonden, maar het komt ook vaak in andere vormen voor, zoals scalenoëdra, of in vezel-, korrel- of kompakte vorm. De kristalstructuur is in hoofdzaak gevolg van de temperatuur, graad van oververzadiging in de nabije omgeving van het kristal en de CO2-druk.

In zuiver kristallijne vorm is calciet helder, kleurloos doorschijnend, maar door onzuiverheden (zoals van koper of natrium- zouten) kan het allerlei kleuren aannemen, zoals grijs, blauw, violet, groen en zelfs zwart. Vaak is het ook ondoorzichtig wit. Het mineraal kan zowel fosforescentie als fluorescentie vertonen. De hardheid is per definitie 3. Calciet is sterk dubbelbrekend. Deze optische eigenschap werd het eerst beschreven door Rasmus Bartholin toen de IJslandse vorm van het mineraal, die uit grote glasheldere romboëders bestaat, beschikbaar werd.

Calciet is een algemeen bestanddeel van sedimentaire gesteenten, van aders en in afzettingen in hete bronnen en spelonken in karstgebieden (als druipsteen). Het is het mineraal dat kalksteen vormt en daarmee het meest voorkomende mineraal van biologische oorsprong. Calciet is het hoofdbestanddeel van kalksteen, krijtgesteente en marmer en ook is het een belangrijk bestanddeel van mergel, kalkhoudende zandsteen en kalkschalies. Calciet zorgt voor de chemische verwering bij stollings- en metamorfe gesteenten, waardoor er sedimentaire gesteenten ontstaan. Calciet is onder lichte druk oplosbaar in CO2-houdend water. Tijdens het neervallen in de lucht neemt regenwater het gasvormige koolstofdioxide op, waardoor het zuur wordt. Dit zure regenwater is in staat kalk op te lossen. In ondergrondse stromingen kan dit materiaal in oplossing vervoeren tot, na contact met atmosferische druk, CO2 ontsnapt en het calciet neerslaat. Zo worden stalagmieten en stalactieten in grotten gevormd.

Een setup om mineralen te fotograveren
 
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
 
16 april 2015: Jos Hoedeman: Van Aap tot Mens
In de geschiedenis van HET LEVEN bekijken we deze keer de laatste 350 miljoen jaar. Nadat de dieren het land veroveren, zien we telkens weer nieuwe aanpassingen om zich nog beter te kunnen handhaven.

De landdieren kunnen hun eieren ook buiten het water leggen en uitbroeden. Hagedisachtigen groeien uit tot dinosaurussen. Daarnaast ontwikkelen zich warmbloedigen, eenvoudige zoogdiertjes en de eerste vogels. Nadat de dinosauriërs uitsterven, ontwikkelen de zoogdieren zich in rap tempo. Met name de apen worden virtuoze boomacrobaten.

Een groep apen wordt door het terugdringen van het oerwoud gedwongen meer gebruik te maken van het voedsel op de grond en leren op twee poten te lopen. Daarbij worden hun hersenen meer ontwikkeld en gaan deze apen zelfs ‘gereedschap’ gebruiken. Zo ontstaan de mensachtigen.

De handige oermens gaat vuur gebruiken en gaat via eenvoudige taal communiceren. De Neanderthaler is slim en weet zich in de IJstijd te handhaven. De Cro-magnonmens groeit uit tot de huidige moderne mens. Via landbouw en veeteelt wordt de mens minder afhankelijk van zijn omgeving. De jager-verzamelaar wordt boer en ambachtsman. Hij bouwt steden en leert lezen en schrijven.

Een setup om mineralen te fotograveren
 
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
 
19 maart 2015: Bart de Weert: Zilvermineralen
Mensen maken er al minstens 5.000 jaar gebruik van, de glans maakt het tot een gewild metaal voor sieraad en betaalmiddel, de Grieken bekostigden er hun talrijke oorlogen tegen de Perzen mee: zilver. Bart de Weerd zal spreken over de geschiedenis, de winning en de toepassingen van zilver. Ook zal er een aantal zilvermineralen te zien zijn.

Een setup om mineralen te fotograveren
 
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
 
19 februari 2015: Jan Nillesen: De geschiedenis van Oss en De Noordelijke Peel
Op donderdag 19 februari spreekt de bekende landschapsonderzoeker Jan Nillesen op de clubavond van Geo-Oss. We maken een reis door de tijd, waarbij het ontstaan van het landschap rondom Oss en de Noordelijke Peel, de tektoniek, de rol van de Maas en de vestiging van de eerste mensen op de zandruggen langs de Maas de revue passeren. Jan vertelt tijdens deze lezing het verhaal dat schuil gaat achter de aardkundige verschijnselen die een beslissende rol speelden bij de wijze waarop de mensen het landschap inrichtten.

Een setup om mineralen te fotograveren
 
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
 
15 januari 2015: Peter Stokman: Geo Quiz uitwerking.
Zoals ieder jaar knutseld Peter weer een mooi Geo Quiz in elkaar. Hierbij komen dan de thema's algemene geologie, paleontologie en mineralogie aan bod. Peter verzint altijd zelf eerst een vraag alvorens het antwoord te weten. Vervolgens gaat hij naar het antwoord op zoek om zo zijn kennis uit te breiden.

Deze avond wordt ook de geoQuiz weer uitgereikt
 
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
 
 
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *