Zondag 4 mei 2014 trokken we met zo’n 20 man/vrouw naar het Natuurcentrum De Maashorst te Nistelrode. Het beloofde een zeer gevarieerde middag te worden. De wandeling van ca 5 km zou langs de Peelrandbreuk, de wijstgronden, de Roerdalslenk en het stuifzandgebied Bedaf leiden. Het ontvangst was prettig geregeld met een consumptie en zelfs een stukje taart van onze eigen vereniging.
Onze IVN-gids, André Rijpert, wist ons met een snelle PowerPoint presentatie alvast voor te bereiden op deze bijzondere wandeling. Vervolgens trokken we met fiets of auto 5 km verderop naar de Canadasweg bij speelboerderij Hullie vanwaar de wandeling startte.
De Peelrandbreuk
Via een simpel voetpad lopen we langs een weide en bereiken dan de breuk. De breuk is duidelijk te herkennen doordat het landschap daar middels een glooiing zo’n 5 m hoger ligt. Wij staan dus in de slenk en zien de horst. Het slootje waar we langs liepen zag er maar roestig uit. Dat werd keurig uitgelegd. Het water dat onder aan de breuk het slootje insijpelde, bevat veel ijzer dat zich als glauconiet(ijzerhoudend silicaat) heeft afgezet toen Nederland nog een onderdeel van een binnenzee was.
De Peelrandbreuk is al miljoenen jaren oud. Het is een scheur in de Europese plaat die loopt van Roermond tot in Noord-Holland. De afschuiving gaat zeer geleidelijk en meet ongeveer 1 cm per eeuw. Het diepste punt is 200 m. Soms merken we daar iets van middels een lichte aardbeving op 15 km diepte: in 1932 te Uden en in 1992 te Roermond. In het landschap merken we dit hoogteverschil nauwelijks (bij Uden is dat 5 m) omdat in de loop der eeuwen het laag liggende deel vol gestoven is met stuifzand uit het westen, voornamelijk vanuit de Noordzee toen deze droog lag. We gaan grondboringen uitvoeren op het hoge en lage deel van de breuk. Als we heel goed kijken en het zand voelen dat naar boven wordt gehaald, is er een verschil. Boven vinden we het iets grovere zand dat afkomstig is van de Maas, toen deze nog over dit gebied stroomde. In het lage deel is het zand fijner (stuifzand). De breuklijnen in zuidoost Nederland. Het is duidelijk te zien dat de Roerdalslenk een relatief smalle strook is die ingeklemd zit tussen de Maashorst en het Kempenblok.
Het Wijstverschijnsel
We vervolgen onze weg, steken de Karperdijk over en belanden in een vochtig gebied. Nat, terwijl we op het hoge deel van de breuk staan? Ook dat wordt keurig uitgelegd. Zoals we al bij de grondboringen zagen, is er een verschil in korrelgrootte van het onderliggende zand. Het blijkt nu dat het grondwater door het grovere zand sneller aangevoerd wordt dan het fijnere zand in het slenkgedeelte kan afvoeren. Er ontstaat een soort stuwing waardoor het hogere deel veel natter blijft dan je normaliter zou denken. Dit noemen we het wijstverschijnsel. Via peilbuizen kunnen we het verschil in grondwaterstand zelf waarnemen.
We wandelen verder langs de weilandjes en het moerassige landschap waarbij de kleurige vegetatie op deze zonnige dag bijzonder opvalt. Onder andere zien we de Kale Jonker, de echte Koekoeksbloem en natuurlijk de Pinksterbloem, de Moeraswederik en de Dotterbloem. Ongemerkt zijn we in de Roerdalslenk terecht gekomen.
De Roerdalslenk
We hadden al geconstateerd dat er een slenk moest zijn. Welnu, als je op het kaartje kijkt bij de Peelrandbreuk zie je dat er nog een horst is gevormd: de of het Kempenblok. Daar tussenin ligt de Roerdalslenk, een strook van zo’n 25 km breed. Met een beetje fantasie kun je dan zelf bedenken dat de Peel een onderdeel is van deze slenk. Heel diep in de slenk (100 m) bevindt zich het oorspronkelijke zand dat aangevoerd is door de Maas. Door het geleidelijk zakken van de bodem is deze later opgevuld met stuifzand. De afwatering van dit gebied gaat via het riviertje de Aa, dat vanuit de Peel naar Den Bosch loopt. We passeren nu de Leijgraaf, een watertje dat er uitziet als een beek, maar eigenlijk gegraven is om de afwatering van het gebied te bevorderen. Dat gebeurde al vanaf het jaar 1609. Het stroompje begint als een onooglijk slootje van een meter breed. Het stroomt bij Heeswijk-Dinther in de Aa als een volwaardige beek van 10 m breed. Tussen 1950 en 1960 is het water gekanaliseerd en van stuwtjes voorzien om de waterhuishouding beter te kunnen regelen voor het boerenland.
Bedaf
Bedaf staat bekend om zijn enorme zandduinen. Natuurlijk, u weet dat ook wel: het is afkomstig als stuifzand uit de Noordzee. Toch hebben we maar half gelijk. De duinen zijn ontstaan door ontbossing waardoor de wind meer grip kreeg op het zand. Oorzaak: de mens. Deze heeft veel hout gekapt voor de huizenbouw en verwarming. Later werden er op de heide schapen gehouden. De boeren echter, hebben de heide afgeplagd vanwege de schapenkeutels om er hun land mee te bemesten. Dus kreeg de wind weer vat op het stuifzand.
We hebben een prachtige en leerzame wandeling gemaakt. We bedanken onze gids André. Deze was nog zo vriendelijk om ons een beschrijving van de wandeling en een routekaartje te overhandigen. Ik kan U aanbevelen deze wandeling ook eens (of nog eens) te maken. Het bijgevoegde kaartje kan u daarbij behulpzaam zijn.
Jos Hoedeman